De depressieve regenworm

Jos stelt maar liefst drie exemplaren van zijn nieuwste boek 'De Depressieve Regenworm' ter beschikking! Dus doe mee, en beantwoord de volgende vraag: 'Wat is er aan de hand met de libelle?' Uit alle goede inzendingen worden drie winnaars of winnaressen getrokken. Zoek hier het juiste antwoord

Het antwoord gevonden? Ga dan snel naar het prijsvraag formulier en vertel het ons.

Jos van Venrooij (48) is huisman en zorgt voor de kinderen terwijl zijn vrouw fulltime werkt in het speciaal onderwijs. Naast huisman is Jos ook schrijver en kunstenaar. Wij interviewden hem over zijn nieuwste boek 'De depressieve regenworm' en zijn ervaringen als huisman.

Hieronder vind je het deel over zijn nieuwste boek!

Hoe kwam je op het idee van de depressieve regenworm?

Dat begon natuurlijk een keer met één versje. Ik schrijf graag versjes en ben altijd op zoek naar leuke invalshoeken. Zo had ik een keer een wesp doodgeslagen, die hinderlijk bij ons door de kamer zoemde. Maar toen ik die zo dubbelgevouwen zag liggen, vond ik dat eigenlijk weer zielig. Dat beest had mij tenslotte niks gedaan, die was gewoon op zoek naar de weg naar buiten, naar de vrijheid.

Ik had hem alleen maar doodgemaakt omdat je dat nou eenmaal doet met wespen, het blijven irritante beesten natuurlijk. Toen ik mij voorstelde hoe die wesp zich daaronder zou voelen zag ik daar een versje in: De verongelijkte wesp, dat was de eerste. Later vroeg ik mij opeens af of écht álle mieren nou zo ijverig zijn als het spreekwoord en de dierenfabel* beweren, of dat daar misschien ook klaplopers tussen zitten.

Voor een versje leek het mij leuk van wel: De indolente mier. Toen had ik er twee en leek het me aardig een hele serie te maken. Ik ging op zoek naar bij elkaar passende menselijke eigenschappen en beestjes, want het is de soms knarsende combinatie van die twee die het grappig maakt. Meestal liet ik mij inspireren door de naam van het beestje en soms zocht ik een geschikt beestje bij een bepaalde eigenschap.

Waarom over insekten?

Dat het insecten zijn is dus helemaal de schuld van de wesp en de mier. Díe zijn ermee begonnen. En ik vond dat ik voor de serie een beetje bij dezelfde soort kleine beestjes moest blijven. Ik durf trouwens niet met zekerheid te beweren dat een naaktslak een insect is, of een pantoffeldiertje.

De eigenschappen en hebbelijkheden waar de versjes over gaan zijn menselijk en herkenbaar, maar het zijn over het algemeen niet de eigenschappen waar we trots op zijn. Daarom werkt de combinatie met beestjes of insecten zo goed want al dat ongecontroleerde gekruip en gewriemel, daar zijn we ook niet dol op. Maar dat had ik niet van tevoren zo bedacht, dat was een cadeautje van de wesp en de mier.

Hoe kwam het boek tot stand?

Ik schreef de versjes vooral voor mijn eigen plezier, maar zette ze wel op mijn site. Later heb ik ze bij de kopieerwinkel uitgeprint en er een boekje van gemaakt dat ik kon uitdelen aan vrienden en bekenden. Eén van die bekenden werkte in die tijd bij PsyQ en heeft mijn zelfgeknutselde boekje daar onder de aandacht gebracht en die waren wel geïnteresseerd. Via via, dus. PsyQ ging het boekje gebruiken als afscheidscadeautje aan mensen die een soort zelfhulpcursus bij depressie hadden afgerond. Twee of drie versjes zijn speciaal voor dit boekje geschreven.

Je hebt de illustraties ook verzorgd: hoe ben je daarbij te werk gegaan?

De illustraties bestaan uit tekeningen en gefotografeerde achtergronden. De tekeningen heb ik gemaakt, de achtergronden zijn door de grafisch vormgever gemaakt, Sandra Christe. Die heeft ook de combinaties met de tekeningen gemaakt en de boel in elkaar gefotoshopt.

De wesp, waar we het al over hadden, heeft zichzelf min of meer vrijwillig gemeld, die heb ik gewoon van de vensterbank opgeraapt en nagetekend. De mestkever is ook aan komen lopen, tijdens een boswandeling. Mijn zoon heeft hem opgeraapt en meegenomen. De kakkerlak kon ik mij nog zo ongeveer herinneren uit de tijd dat ik in een huis woonde waar ze regelmatig door de keuken sjouwden. Ook een aantal andere beestjes heb ik een beetje uit de losse pols en het geheugen getekend. Maar er waren er ook waarvan ik eigenlijk geen idee had hoe ze eruit zagen. Het pantoffeldiertje bijvoorbeeld, of het doodgravertje. Die heb ik in een boekje opgezocht of van internet geplukt.

Heb je het aangeboden aan 'echte' uitgeverijen?

In het verleden heb ik werk aan uitgeverijen aangeboden, geïllustreerde kinderversjes onder meer, en een cd met kinderliedjes. Maar dat is geen succes geworden. Het waren heus reuze leuke versjes en liedjes allemaal, werd mij meer dan eens verzekerd, maar kinderpoëzie was nou eenmaal een erg moeilijke markt, zeker voor onbekende namen als de mijne. En zo kwam dus de ene na de andere afwijzing binnen en daar werd ik uiteindelijk toch een beetje moedeloos en verdrietig van.

Met de depressieve regenworm heb ik het maar niet meer geprobeerd, bang voor nieuwe afwijzingen. Ik maakte de versjes in eerste instantie voor mijn eigen plezier en dat gaat er wel een beetje vanaf als je er zo tevergeefs mee loopt te leuren. Nu heb ik een tevreden opdrachtgever en krijg ik leuke reacties van mensen aan wie ik het verkoop of weggeef, en dat is uiteindelijk een stuk positiever.

Heb je plannen om het in eigen beheer uit te geven?

Ik heb toen het toch gedrukt werd, voor eigen rekening een extra stapeltje laten drukken, zodat ik daar een beetje de boer mee op kan. Als dat stapeltje op is zie ik wel weer. Ik heb wel op Het Moederbedrijf een beetje zitten lezen over vrouwen die op verschillende manieren iets in eigen beheer hebben uitgegeven en dat is dan wel weer inspirerend. Dus ik zit daar wel over te denken. Maar of dat dan dit boekje wordt of iets anders, dat weet ik nog niet.

Hoe vinden je kinderen en vrouw de versjes?�

Mijn vrouw en dochter vinden ze erg leuk en zijn trots op mij. Mijn vrouw laat geen gelegenheid voorbijgaan het boekje aan mensen te laten zien. Ze heeft er ook al heel wat verkocht. Waar ik dan weer trots op ben. Voor de jongens zijn de meeste van deze versjes misschien nog aan de moeilijke kant, maar ze vinden dan weer wel dat papa zo goed kan tekenen. En zij zingen papa’s liedjes graag.

Heb je zelf een favoriet?

Het zijn allemaal mijn kinderen natuurlijk, en ze zijn me allemaal even lief. Maar het pantoffeldiertje, zoals de zaken er vandaag de dag voorstaan, gaat misschien wel het meest over mij.

Meer weten of dit boek bestellen?

Bezoek dan Jos' weblog!

* La cigale et la fourmi, de krekel en de mier, is een fabel van Jean de La Fontaine, waarin een kunstzinnige krekel de hele zomer een werkende mier vermaakt met zijn gezang, waarna de mier te beroerd is om de zanger hiervoor te belonen. Hoewel La Fontaine met dit verhaal op een ironische manier de geringe waardering voor kunstenaars wilde aanklagen, werd het verhaal in later tijden meestal gebruikt als illustratie van het idee "wie niet werkt, zal ook niet eten".

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *