|

Je mag mij altijd bellen


Wat gebeurt er met je als je man, je partner, je beste vriend overlijdt, en je achterblijft met drie kleine kinderen? Daarover gaat het boek Je mag me altijd bellen van Karin Kuiper. Karin Kuiper is de weduwe van Karel Glastra van Loon.

Ik geloof dat ik het boek wel een half jaar ongelezen op de plank heb laten liggen, omdat ik huiverig was het te lezen. Huiverig om geconfronteerd te worden met één van mijn grootste angsten: het verlies van iemand van wie ik houd. Maar ook huiverig voor het verdriet dat ongetwijfeld uit het boek zou spatten.

Je mag mij altijd bellen: boek vol smart

Je mag me altijd bellen is inderdaad een boek vol smart, en maakt korte metten met het idee dat een rouwproces na een jaar toch wel zo ongeveer over is. Na 1001 dagen is de pijn om het verlies er nog steeds, zij het draaglijker. Maar het is ook een boek van hoop. Van door blijven gaan als je eigenlijk liever zelf ook dood zou gaan en uiteindelijk, tegen al je verwachtingen in, toch weer een heel mens worden.

'Op de duizendste dag post mortem kon ik constateren dat toch was gebeurd wat ik niet voor mogelijk had gehouden op de dag dat mijn leven als weduwe begon: ik was weer heel!'

Karin deelt de pijn van de rauwe wond die het verlies van Karel in het leven van haar en de kinderen heeft geslagen. Ze doet dat in helder aansprekend proza, waarin ook de alledaagse dingen zoals eten met kinderen, een plek krijgen. Je mag me altijd bellen is nadrukkelijk ook het rouwproces van een moeder, die er voortaan in haar eentje voor staat.

'Zoals elke dag vraag ik me ook nu af waar ik hemelsnaam mee bezig ben. Warom moeten we eigenlijk nog met z'n allen aan tafel eten? Wat haal ik eruit, wat halen zij eruit? (...) Elke dag word ik zuurder en zeurderiger. Want de gedachte dat ze niet genoeg groente binnen zullen krijgen maakt me doodsbenauwd - wie weet krijgen ze daardoor straks ook kanker!'

Lessen uit Je mag mij altijd bellen

Behalve een persoonlijk verslag van een rouwproces heeft het boek ook een praktische inslag. Zo heb ik geleerd dat:

  • je van rouwen ontzettend vergeetachtig wordt.
  • dat het een aardverschuiving in je sociale leven veroorzaakt.
  • dat het contact met schoonfamilie hartverscheurend pijnlijk kan zijn.
  • dat een van de beste manieren om iemand die rouwt te helpen praktische hulp te bieden is.
  • dat 'Je mag mij altijd bellen,' een lege huls is.

De libelle op de cover

Op de voorkant van het boek staat een libelle, die op allerlei bladzijden in het boek weer opduikt. Ik betrapte mezelf er meermaals op dat ik dat irritante insekt van de bladzijde wilde vegen.


Dragonfly

Eerlijk gezegd snapte ik de betekenis van de libelle in het boek niet, maar gelukkig is er dan Google! Een zoekopdracht naar 'libelle' in het Nederlands leverde alleen maar hits op over het gelijknamige vrouwenblad, maar de Engelse term Dragonfly was wel succesvol!

Vlinder: symbool van nieuw leven

De libelle wordt in één adem genoemd met de vlinder, als symbool van nieuw leven. Daarnaast representeert de libelle ook nog: snelheid, activiteit en wervelstormen, onsterfelijkheid, transformatie en aanpassing.

Ik vraag me af waarom Karin Kuiper de voorkeur heeft gegeven aan de toch wat onooglijke libelle boven de charmante vlinder.

Tot slot over Je mag mij altijd bellen

Zoals de achterflap al zegt: Je mag mij altijd bellen is een boek voor lotgenoten en hun omstanders.

Ondanks de zware materie leest het boek makkelijk weg, hoewel ik geregeld even een traantje moest wegpinken. Het is een diepgaand, open verslag van een rouwproces.

Zie ook het boek van Femke van der Laan Stad vol ballonnen.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *